© Auteur: Barbara le Noble

De gemiddelde melkveehouder verdient met moeite een modaal inkomen

Het beeld van de rijke, welvarende melkveehouder, miljonair geworden dankzij Europese subsidies, is een vertekend beeld. Voorstanders van het huidige stikstofbeleid en de reductie van de veestapel, stellen dat de ‘vermogende boeren’ genoeg mogelijkheden hebben om hun activiteiten op een kleinschaliger niveau voort te kunnen zetten. Die mogelijkheden zijn er ook wel, maar niet zonder regie en maatwerk. “Als de plannen niet gewijzigd worden, dan zal het beleid tot een golf van faillissementen leiden”.

Dit stelt Arjan Bonthuis, melkveehouder in Twente en voormalig voorzitter van LTO Noord, belangenvereniging van boeren en tuinders, regio Zuid- Twente.

“Op papier mag een deel van de melkveehouders dan misschien miljonair zijn, hun gemiddelde jaarinkomen ligt in de meeste gevallen onder modaal. De waarde zit in het eigen vermogen, in de grond en gebouwen.” Bonthuis heeft een boerenbedrijf in Zenderen met 180 koeien, en sinds kort een zuivelmakerij / boerderijwinkel “Blije Zuivel”, waar men yoghurt en kefir maakt van oermelk. Als voormalig voorzitter van LTO Noord regio Zuid-Twente is hij op de hoogte van de financiële feiten. “In een goed jaar maakt een boer zo’n 3% winst op een geïnvesteerde euro. De opbrengstprijs per liter melk is al dertig jaar onveranderd, maar de kosten zijn wel gestegen. In 1992 was de prijs per liter fl. 0,88 (guldencent) en vorig jaar was deze 0,34 eurocent. Op dit moment staat de prijs historisch hoog (0,59 cent/liter) maar deze zijn nooit gecorrigeerd of geïndexeerd op het inflatieniveau in Nederland.” De inflatie tussen 1992 en 2021 was zo’n 60 procent. 

Inkomen uit natuur- en landschapsbeheer

Uit onderzoek van Aveco de Bondt en Natuur en Milieu Overijssel naar de inkomenspositie van boeren in de provincie Overijssel, is gebleken dat het erg moeilijk is om een rendabel bedrijf te realiseren dat in overeenstemming is met het stikstofbeleid, omdat alternatieven die het inkomen zouden kunnen aanvullen eerst forse investeringen vereisen. Een belangrijke aanbeveling uit het rapport stelde dat ingezet zou moeten worden op Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), omdat dit de transitie in de agrarische sector in gang zou kunnen zetten. Boeren worden dan betaald voor het natuuronderhoud in de regio, ter compensatie voor de reductie van de veestapel. Echter, op basis van de huidige kaart is ANLb maar beperkt mogelijk, het gevolg van keuzes in de provinciale Natuurgebiedsplannen.

 

Vandaag las ik een artikel van Follow the Money dat de hoge melkprijs “de kans is voor de boer om te verduurzamen en tegemoet te komen aan de stikstofregels van de overheid.” Een van de suggesties die in het artikel werden gedaan was de overschakeling van veeteelt naar graanproductie, zeker met het oog op tekorten als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Dit leek me een interessant idee maar ik ben geen expert.

Hoe kijkt Bonthuis hiernaar?

“De productie van graan wordt wel geprobeerd, maar Nederland heeft er geen gunstig klimaat voor. We hebben hier een zeeklimaat, en te weinig zonne-uren. Een ander aspect is dat onze grond een dusdanig hoge waarde heeft dat het verbouwen van graan niet rendabel is.” 

En in hoeverre zouden banken een rol kunnen spelen bij de verduurzaming? Tijdens het boerenprotest in Stroe hoorde ik namelijk van veel boeren dat er effectieve technische oplossingen zijn maar dat deze ook behoorlijk kostbaar zijn. Onlangs werd een boer met verduurzamingsplannen door de Rabobank weggestuurd, want de bank wilde hem alleen financieren als hij op zou schalen. Dat is toch erg, vind je niet? “Dat kan je die bank niet kwalijk nemen” zegt Bonthuis. “Een bank maakt een afweging op basis van een verdienmodel en risico’s. In onze sector draait het allemaal om noodgedwongen kwantiteit, en een bank kan je niet kwalijk nemen dat het op basis van commerciële belangen beslissingen neemt. Rabobank voert gewoon het beleid uit van de overheid.”

Hoewel investeren in technische maatregelen kostprijsverhogend is, gelooft Bonthuis in circulaire oplossingen waarmee de mest kan worden verwerkt. De ‘stikstofkraker’ Gazoo kan tot wel 80% stikstof reduceren. “Niet alleen de uitstoot wordt verminderd maar uit de koemest worden mineralen gefilterd, waardoor fosfaat, kalium en stikstof afzonderlijk opgeslagen kunnen worden. Deze kunnen opnieuw worden gebruikt, bijvoorbeeld voor bemesting, waardoor minder kunstmest nodig is.“ Het zou ongeveer 3 miljard kosten om alle veehouderijen te voorzien van zo’n innovatief apparaat.

Boerenwijsheid

Ze mogen dan niet zwemmen in het geld, de boeren zijn rijk aan ideeën, denken mee over oplossingen en hechten waarde aan de natuur en het noaberschap. “Dit beleid heeft zoveel gevolgen voor iedereen in deze regio. Als de plannen ongewijzigd blijven, dan redden de boeren het niet, en dit raakt 35.000 mensen in Twente alleen al. Achter ieder boerenbedrijf staan zo’n vijf gezinnen.” In de gebieden waar een productiedaling wordt verwacht, dreigt werkeloosheid en plattelandsontvolking. Maar omscholen is geen optie, boer word je niet, een boer dat bén je.